5. TOPSPORT 

Medailles waren niet de enige prijzen die de Vlaamse toppers wonnen. Zo behaalden Loena Hendrickx en Bart Swings een olympisch diploma voor hun achtste en zevende plaats in het kunstschaatsen en snelschaatsen. Hanne Desmet behaalde er zelfs twee voor haar vierde en vijfde plaats in de 1500 en 500 meter.

© BELGA

Ook de andere Vlaamse deelnemers en hun aandeel op de Spelen blijven niet onder de radar. Van de 19 deelnemers die Team Belgium telde, waren er maar liefst 12 Vlamingen. Twee deelnemers in het alpineskiën: Sam Maes en Dries Van den Broecke. In de bobslee zaten An Vannieuwenhuyse en Sara Aerts samen als de ‘Belgian Bullets’. In het schaatsen vonden we Sandrine Tas, Bart Swings en Mathias Vosté en voor het kunstschaatsen was dat Loena Hendrickx. In het shorttrack vertegenwoordigden Hanne en Stijn Desmet Vlaanderen en bij het skeleton was dat Kim Meylemans. Evy Poppe ten slotte presteerde binnen de categorie snowboard.

Naast de 19 Belgische deelnemers waren er nog twee (Vlaamse) reserves. Voor het aflossingsteam in het biatlon was dat Pjotr Dieleman en in het bobsleeteam Kelly Van Petegem.

De eerstvolgende olympische uitdaging voor onze topsporters zijn de Olympische Zomerspelen van 2024 in Parijs. Voor de volgende Olympische Winterspelen zal het nog even wachten zijn tot 2026 in gastlocaties Milaan en Cortina d’Ampezzo in Italië. Hopelijk doen onze Vlaamse sporters het even goed, of zelf nog beter dan in de vorige editie.

Met de bijna 27 miljoen euro die Vlaanderen jaarlijks al investeerde in topsport was het budget al met 2 miljoen euro vermeerderd ten opzichte van de vorige regeerperiode en zo groter dan ooit. Daar komt nu nog 1 miljoen bovenop, met een totaalbudget van 28 miljoen euro. Tegelijkertijd waren de keuzes nooit duidelijker en zorgvuldiger dan nu. We zetten resoluut in op topsporters die mondiaal top 8 halen. Dat Vlaamse topsportbeleid werpt vruchten af. Vlaamse topsporters zetten ongelofelijke prestaties neer op internationale toernooien. Op de vorige Olympische Spelen (in Tokio) behaalden topsporters met vooral Vlaamse steun 6 van de 7 medailles en 27 van de 29 olympische diploma’s.

Onze ambities blijven groot, net zoals de medaillehonger. Het extra miljoen euro dat er nu jaarlijks bij komt, zal besteed worden aan bijvoorbeeld stages en de omkadering door fysiotherapeuten, diëtisten en psychologen. Net zoals er meer middelen zullen gaan naar de lonen van de topsportcoaches, want zeker in mondiale sporten is de internationale concurrentie messcherp.

Topsporters die hun doelstellingen niet halen en daardoor (tijdelijk) zonder profcontract verder moeten, bieden we het ‘Profparcours’ als vangnet. In samenwerking met de VDAB geven we de sporters de mogelijkheid om in twee jaar tijd opnieuw de aansluiting te vinden met de wereldtop 8, of onder contract te raken in een commercieel circuit (via club of ploeg). Het ‘zwarte gat’ proberen we volledig te vermijden met ons doorgedreven traject ‘carrièrebegeleiding’. Daar zetten we samen met het Sociaal Fonds voor de Sport begeleiding, experten en opleiding ter beschikking van de topsporters, waardoor ze na de topsport een succesvolle carrière kunnen nastreven.

In ruil voor al deze steun nemen de topsporters hun maatschappelijke rol meer dan ooit op, door bijvoorbeeld sportkampen op sportclubs te bezoeken of het uithangbord te zijn van maatschappelijk relevante campagnes. Vlaanderen vraagt aan de atleten om een viertal van dit soort bezoeken per jaar af te leggen op momenten dat hun topsportprogramma dat toelaat.